Advies cultuursubsidies Raad van Cultuur en Fonds Podiumkunsten voor 2025-2028

Advies cultuursubsidies Raad van Cultuur en Fonds Podiumkunsten voor 2025-2028

De Raad van Cultuur heeft vandaag zijn advies uitgebracht over de toekenning van rijkssubsidies aan culturele instellingen in de periode 2025-2028. Daarnaast hebben ook de zes rijksfondsen, waaronder het Fonds Podiumkunsten, hun besluit over de verdeling van de cultuursubsidies bekend gemaakt.
 

Weinig verandering bij Raad van Cultuur

De Raad van Cultuur geeft elke vier jaar advies over welke gezelschappen opgenomen moeten worden in de basisinfrastructuur (BIS) en subsidie van de overheid mogen ontvangen. Dit advies wordt doorgaans overgenomen door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. In de BIS zitten de instellingen die volgens de raad onmisbaar zijn voor het Nederlandse culturele landschap. Voor de periode 2025-2028 zijn dat er 115, waar in totaal 250 miljoen euro subsidie over verdeeld wordt. 66 instellingen vallen af. De meeste daarvan zijn nieuwkomers, maar er zijn ook enkele instellingen bij die eerder wel waren toegetreden tot de BIS, zoals Holland Baroque, Holland Opera en HipHopHuis. In het advies van de Raad voor Cultuur staan weinig grote veranderingen. Het volgt de lijn van voormalig staatssecretaris Cultuur en Media Gunay Uslu, die bij het maken van de nieuwe subsidieregeling koos voor “continuïteit, ademruimte en vertrouwen.” Bij de symfonieorkesten, ensembles, koren en operagezelschappen verandert er weinig. Wel krijgt het Concertgebouworkest kritiek, want het vraagt “vooral aandacht voor de financiële situatie ten koste van aandacht voor zijn artistiek-inhoudelijke plannen.”
 

ITA verliest deel subsidie

Wat het meest opvalt is dat het Internationaal Theater Amsterdam uit de categorie grote theaterinstellingen valt en als gevolg daarvan de subsidie gehalveerd wordt. De raad vindt dat de plannen van het gezelschap in de subsidieaanvraag slecht zijn uitgewerkt, en dat het te weinig buiten Amsterdam optreedt. Waarschijnlijk verliest het gezelschap ook de subsidie voor internationale producties. De plek van ITA wordt nu ingenomen door Theater Rotterdam, dat voorheen als middelgroot theater werd beschouwd.
 

Verschuiving naar de regio bij Fonds Podiumkunsten

Bij de verdeling van de subsidies door het Fonds Podiumkunsten vinden wel veel verschuivingen plaats. In totaal 52 festivals en 127 gezelschappen, makers(collectieven) en ensembles ontvangen een toekenning, daarvan krijgen er 59 voor het eerst subsidie. Bij de keuzes speelden artistieke kwaliteit, de betekenis voor de podiumkunsten, aandacht voor publiek en geografische spreiding een belangrijke rol. Vier jaar eerder kwam er kritiek vanuit de Tweede Kamer dat er te veel geld naar makers uit de Randstad ging. Nu is er extra waardering voor makers die hun werk buiten de Randstad laten zien, en zijn er gezelschappen uit de Randstad die subsidie mis lopen. Ook zijn er voor het eerst in jaren weer makers uit Caraïbisch Nederland die subsidie ontvangen van het fonds. Enkele bekende klassieke gezelschappen en festivals die buiten de boot vallen bij Fonds Podiumkunsten zijn Club Classique, Matangi Quartet, Camerata Trajectina, Bachfestival Dordrecht en het Grachtenfestival. Er zijn daarentegen een paar opvallende nieuwkomers, zoals componist Martin Fondse, harpist Remy van Kesteren, cellist Maya Fridma en het jonge Zwolse gezelschap het Nederlands Bachconsort.